Traduction de «étaient militaires désignés » (Français → Néerlandais) :

L'article 10 de la loi du 30 mars 2001 prévoit toutefois un âge préférentiel de départ à la retraite pour les membres du personnel qui, au 30 avril 1999, étaient soumis au statut du corps opérationnel de la gendarmerie ou qui, à cette date, étaient militaires désignés pour servir dans le corps administratif et logistique de la gendarmerie.
Artikel 10 van de wet van 30 maart 2001 bepaalt evenwel een preferentiële pensioenleeftijd voor de personeelsleden die op 30 april 1999 waren onderworpen aan het statuut van het operationeel korps van de rijkswacht of die op die datum als militair waren aangewezen om te dienen in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht.

« Par dérogation à l'article 46, alinéa 1 , de la loi du 15 mai 1984 portant mesures d'harmonisation dans les régimes de pensions, les membres du personnel qui au 30 avril 1999 étaient soumis au statut du corps opérationnel de la gendarmerie ou qui, à cette date, étaient militaires désignés pour servir dans le corps administratif et logistique de la gendarmerie peuvent, à leur demande, être admis à la pension le premier jour du trimestre qui suit celui au cours duquel ils atteignent l'âge prévu à l'alinéa 2 ou 3, ou le premier jour du mois qui suit la date de la cessation de leurs fonctions si celle-ci est postérieure, à la condition de compter au moins vingt années de services admissibles pour l'ouverture du droit à la pension, à l'exclusion des bonifications pour études et des autres périodes bonifiées à titre de services admis pour la détermination du traitement.
« In afwijking van artikel 46, eerste lid, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, kan aan de personeelsleden die op 30 april 1999 onderworpen waren aan het statuut van het operationeel korps van de rijkswacht of op die datum als militair aangewezen waren om te dienen in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, op hun verzoek, een pensioen verleend worden op de eerste dag van het trimester dat volgt op dit waarin zij de in het tweede of derde lid bepaalde leeftijd bereiken, of op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de stopzetting van hun functies indien deze zich later voordoet, op voorwaarde dat zij ten minste twintig pensioenaanspraakverlenende dienstjaren tellen, met uitzondering van de bonificaties wegens studies en van andere periodes vergoed wegens diensten die voor de vaststelling van de wedde meetellen.

5) Les magistrats désignés par le Collège afin de statuer sur les demandes d’autorisation s’inspirent des directives qui étaient contenues dans une circulaire de l’Auditeur général et qui étaient d’application avant la suppression des juridictions militaires, et dont les principes directeurs ont été approuvés par le Collège des Procureurs généraux lors de sa réunion du 29 janvier 2004.
5). De door het College aangewezen magistraten die oordelen over de aanvragen tot toestemming baseren zich op de richtlijnen die waren vervat in een circulaire van de auditeur-generaal en die van toepassing waren vóór de opheffing van de militaire gerechten, waarvan de richtsnoeren waren goedgekeurd door het College van procureurs-generaal tijdens diens vergadering van 29 januari 2004.

« Par dérogation à l'article 46, alinéa 1, de la loi du 15 mai 1984 portant mesures d'harmonisation dans les régimes de pensions, les membres du personnel qui au 30 avril 1999 étaient soumis au statut du corps opérationnel de la gendarmerie ou qui, à cette date, étaient militaires désignés pour servir dans le corps administratif et logistique de la gendarmerie peuvent, à leur demande, être admis à la pension le premier jour du trimestre qui suit celui au cours duquel ils atteignent l'âge prévu à l'alinéa 2 ou 3, ou le premier jour du mois qui suit la date de la cessation de leurs fonctions si celle-ci est postérieure, à la condition de compter au moins vingt années de services admissibles pour l'ouverture du droit à la pension, à l'exclusion des bonifications pour études et des autres périodes bonifiées à titre de services admis pour la détermination du traitement.
« In afwijking van artikel 46, eerste lid, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, kan aan de personeelsleden die op 30 april 1999 onderworpen waren aan het statuut van het operationeel korps van de rijkswacht of op die datum als militair aangewezen waren om te dienen in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, op hun verzoek, een pensioen verleend worden op de eerste dag van het trimester dat volgt op dit waarin zij de in het tweede of derde lid bepaalde leeftijd bereiken, of op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de stopzetting van hun functies indien deze zich later voordoet, op voorwaarde dat zij ten minste twintig pensioenaanspraakverlenende dienstjaren tellen, met uitzondering van de bonificaties wegens studies en van andere periodes vergoed wegens diensten die voor de vaststelling van de wedde meetellen.

Dans un deuxième moyen, il est reproché à l'article 10 de la loi de créer une différence de traitement discriminatoire entre les membres du personnel qui, au 30 avril 1999 ou au 1 décembre 2000, étaient soumis au statut du corps opérationnel de la gendarmerie ou étaient militaires désignés pour servir dans le corps administratif et logistique de la gendarmerie, d'une part, et les agents émanant des autres services de police, d'autre part.
In een tweede middel wordt artikel 10 van de wet verweten een discriminerend verschil in behandeling in het leven te roepen tussen de personeelsleden die, op 30 april 1999 of op 1 december 2000, aan het statuut van het operationeel korps van de rijkswacht waren onderworpen of als militair waren aangewezen om te dienen in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, enerzijds, en de van de andere politiediensten afkomstige agenten, anderzijds.

Les parties requérantes dans les affaires n 2272 (deuxième moyen), 2274 et 2276 (première branche du premier moyen) font encore grief à l'article 10 de la loi du 30 mars 2001 de créer une différence de traitement discriminatoire entre les membres du personnel qui, au 30 avril 1999 ou au 1 décembre 2000, étaient soumis au statut du corps opérationnel de la gendarmerie ou étaient militaires désignés pour servir dans le corps administratif et logistique de la gendarmerie, d'une part, et les agents émanant des autres services de police, d'autre part.
De verzoekende partijen in de zaken nrs. 2272 (tweede middel), 2274 en 2276 (eerste onderdeel van het eerste middel) voeren ook nog als grief tegen artikel 10 van de wet van 30 maart 2001 aan dat het een discriminatoir verschil in behandeling in het leven roept tussen de personeelsleden die, op 30 april 1999 of op 1 december 2000, aan het statuut van het operationeel korps van de rijkswacht waren onderworpen of als militair waren aangewezen om te dienen in het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, enerzijds, en de van de andere politiediensten afkomstige agenten, anderzijds.

Il est également à remarquer qu'il y a des places qui se libèrent dans la « région frontalière » parce que d'autres militaires des FBA, qui étaient désignés pour cette région, souhaitent utiliser la possibilité d'être placés en disponibilité.
Er wordt ook opgemerkt dat er plaatsen vrijkomen in de « grensregio » omdat andere militairen van de BSD, die aangeduid werden voor deze regio, gebruik wensen te maken van de mogelijkheid om op disponibiliteit gesteld te worden.

1. a) Combien de militaires, par force et par catégorie de personnel, ont été désignés en 1994 et 1995 pour participer à des missions à l'étranger en tant qu'observateurs des NU ou des CE? b) Quelles sont ces mêmes données pour les opérations UNPROFOR, ECMM et IFOR? c) Parmi les officiers qui y ont participé, combien possédaient un brevet d'état-major (BEM), un brevet d'administration militaire (BAM) ou étaient ingénieur du matériel militaire (IMM)? d) Combien ne possédaient aucun de ces brevets?
1. a) Hoeveel militairen, per krijgsmachtdeel en per personeelscategorie, werden gedurende de jaren 1994 en 1995 aangeduid voor buitenlandse opdrachten als UNO of EG-waarnemer? b) Wat zijn die gegevens voor de operaties UNPROFOR, ECMM en IFOR? c) Hoeveel van de officieren die deelnamen aan de opdrachten bezaten het brevet van stafbrevethouder (SBH), militair administrateur (MAB) en ingenieur militaire materialen (IMM)? d) Hoeveel bezaten eventueel geen enkel van die brevetten?

La procédure de désignation et le nombre de soumissionnaires étaient: (1) Institut National des Invalides de Guerre, Anciens Combattants et Victimes de Guerre: adjudication publique, cinq soumissionnaires ; (2) Institut Géographique National: adjudication publique, sept soumissionnaires; (3) Office Central d'Action Sociale et Culturelle au profit des membres de la communauté militaire: adjudication publique, sept soumissionnaires pour le premier réviseur et six soumissionnaires pour le deuxième. b.
De gebruikte gunningsprocedure en het aantal inschrijvers waren: (1) Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers: openbare aanbesteding, vijf inschrijvers; (2) Nationaal Geografisch Instituut: openbare aanbesteding, zeven inschrijvers; (3) Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap: openbare aanbesteding, zeven inschrijvers voor de eerste revisor en zes inschrijvers voor de tweede. b.