La compétence de procéder au recouvrement des montants et frais, visés à l'article 16.5.1, § 1, alinéas premier et trois, s'éteint par prescription après une période de trois cent soixante cinq jours.
De bevoegdheid om over te gaan tot invordering van de bedragen en kosten, vermeld in artikel 16.5.1, § 1, eerste en derde lid, verjaart na verloop van driehonderdvijfenzestig dagen.