Le texte propose donc de limiter la Liste civile au montant anciennement fixé par le Parlement et indexé annuellement, qui était de 10,673 millions d'euros en 2010, mais, comme mentionné précédemment, en ajoutant au système de dotation une indemnité personnelle distincte pour le Souverain.
De tekst stelt dus voor de Civiele Lijst te beperken tot het eertijds door het Parlement vastgestelde en jaarlijks geïndexeerde bedrag van 10,673 miljoen euro in 2010, maar voegt zoals vermeld een aparte persoonlijke vergoeding voor de Vorst toe aan het dotatiesysteem.