Si la demande était déclarée recevable, soit par le ministre, soit par le Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides, le Commissaire général prenait une décision au fond et, s'il refusait la qualité de réfugié, un recours suspensif contre ce refus pouvait être introduit dans un délai de 15 jours devant la Commission permanente de recours.
Indien de aanvraag ontvankelijk werd verklaard, ofwel door de minister, ofwel door de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, nam de Commissaris-generaal een beslissing ten gronde en, indien hij de hoedanigheid van vluchteling weigerde, kon tegen die weigering een schorsend beroep worden ingesteld bij de Vaste Beroepscommissie binnen de termijn van 15 dagen.