En réponse à la question de la section de législation du Conseil d'Etat qui demandait s'il était « raisonnable d'exclure de toute possibilité de recours tout le contentieux [relatif à la décision de renoncer ou non à une récupération] » (Doc. parl., Chambre, 1985-1986, n° 448/1, p. 14), le secrétaire d'Etat à la Santé publique et à la Politique des handicapés a souligné « qu'il s'agit en l'occurrence d'une décision de récupérer ou non des montants payés indûment ».
Ter beantwoording van de vraag van de afdeling wetgeving van de Raad van State « of het redelijk is alle geschillen [betreffende de beslissing inzake het al of niet verzaken aan een terugvordering] in dat verband van enige mogelijkheid van beroep uit te sluiten » (Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 448/1, p. 14) beklemtoonde de Staatssecretaris voor Volksgezondheid en Gehandicaptenbeleid « dat het hier een beslissing betreft om onverschuldigde bedragen al dan niet terug te vorderen.