Au sens de la position commune, il appartiendra aux seuls États membres de fixer pour les substances de l'annexe II, partie B, des normes de qualité (valeurs seuils) qui serviront pour la classification dans le bon état chimique ou l'inversion de tendance lorsqu'une augmentation de la pollution des eaux souterraines est constatée.
Volgens de benadering die in het gemeenschappelijk standpunt wordt gevolgd, zijn uitsluitend de lidstaten verantwoordelijk voor het vaststellen van kwaliteitsnormen voor het grondwater (drempelwaarden), waar het gaat om de stoffen die zijn opgenomen in deel B van bijlage II, die als criteria moeten dienen bij de classificatie als "in goede chemische toestand" of in aanmerking komend voor "omkering van een tendens bij vastgestelde aanhoudende toenemende grondwaterverontreiniging".