Le Conseil d'État estime également qu'« une distinction doit être établie entre, d'une part, la Cour des comptes, le Conseil supérieur de la Justice, les Commissions de nomination pour le notariat, les Comités permanents de contrôle des services de police et de renseignements et les médiateurs fédéraux, qui sont tous, à des degrés divers, rattachés au Parlement, et, d'autre part, la Cour d'arbitrage ».
Volgens de Raad van State moet nog « een onderscheid worden gemaakt tussen, enerzijds, het Rekenhof, de Hoge Raad voor de Justitie, de Benoemingscommissies voor het notariaat, de Vaste Comités van toezicht op de politie- en inlichtingendiensten en de Federale ombudsmannen, die alle, in verschillende mate, met het Parlement verbonden zijn en anderzijds het Arbitragehof ».