2. Lorsque la législation de l'un des Etats contractants subordonne l'octroi des prestations de vieillesse, de survie ou d'invalidité à la condition que les périodes d'assurance aient été accomplies dans une profession déterminée, ne sont totalisées, pour l'admission au bénéfice de ces prestations, que les périodes d'assurance accomplies ou assimilées dans la même profession dans l'autre Etat contractant.
2. Wanneer de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten de toekenning van ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze prestaties, slechts de verzekeringstijdvakken samengeteld die in hetzelfde beroep in de andere overeenkomstsluitende Staat werden vervuld of als gelijkwaardig erkend zijn.