4. souligne que la politique étrangère de l'Union européenne doit être souple pour permettre à celle-ci de réagir aux menaces et aux défis qui surgissent dans des domaines tels que la santé, l'énergie, le changement climatique et l'accès à l'eau, tous éléments qui peuvent avoir une incidence sur nos priorités politiques et nos économies, mais aussi sur le développement mondial;
4. benadrukt dat het buitenlands beleid van de EU op flexibele wijze moet kunnen inspelen op opkomende dreigingen op gebieden als gezondheid, energie, klimaatverandering en toegang tot water, die allen van invloed kunnen zijn op onze politieke prioriteiten en onze economieën, evenals op de internationale ontwikkeling;