27. appelle a une définition plus claire du système général de financement et à une intégration approfondie de la recherche, de l'éducation et de l'innovation; étant donné que la politique dans le domaine de la RDI crée une valeur ajoutée européenne, et afin d'atteindre les objectifs relevant de la stratégie Europe 2020, demande le doublement, à compter de 2014, du budget alloué pour le prochain exercice financier aux programmes européens de recherche et d'innovation (à l'exclusion du budget consacré à la RDI dans le cadre des Fonds structurels et de la BEI) de manière à pouvoir faire face comme il convient à la crise économi
que actuelle et aux grands enjeux ...[+++] communs; estime qu'un budget public plus important alloué à la recherche devrait viser à engendrer des bénéfices sociétaux élargis et à améliorer la compétitivité; rappelle l'exigence de renforcer et de développer le rôle de tous les instruments de l'Union pour soutenir la RDI, notamment grâce à une
collaboration plus étroite avec la BEI et à la simplification des procédures d'accès aux financements; recommande par conséquent un nouveau modèle d'organisation fondé sur trois niveaux différents de financement visant à la stabilité et à la convergence.
27. dringt aan op een duidelijke omschrijving van het algehele financieringssysteem en op een verregaandere integratie van onderzoek, onderwijs en innovatie; dringt aan op een verdubbeling van de begroting voor de EU-onderzoeks- en innovatieprogramma's voor de volgende financieringsperiode vanaf 2014 (met uitzondering van de middelen voor OOI binnen de structuurfondsen en de EIB) omdat dat een passend antwoord vormt op de huidige economische crisis en de daarmee samenhangende grote gezamenlijke uitdagingen, en omdat OOI-beleid een Europese toegevoegde waarde creëert en een verdubbeling bijdraagt aan de verwezenlijking van de EU 2020-doelstellingen; stelt zich op het standpunt dat een ruimere publieke begroting voor onderzoek ten doel moet
...[+++] hebben te zorgen voor bredere maatschappelijke voordelen en een verhoogd concurrentievermogen; herinnert eraan dat het belangrijk is eraan te werken dat alle EU-instrumenten OOI-vriendelijker worden, onder meer door middel van een nauwere samenwerking met de EIB en vereenvoudiging van de procedures voor toegang tot financiering; stel derhalve een nieuw organisatiemodel voor dat gebaseerd is op drie verschillende financieringslagen, gericht op stabiliteit en convergentie: