Lors de l'adoption de la loi attaquée du 11 juillet 2013, le législateur a expressément eu l'intention de remédier à l'impossibilité qui existait auparavant de régulariser des revenus provenant de la fraude fiscale grave et organisée, ce qui ressort non seulement de l'article 122/1, § 2, de la loi-programme du 27 décembre 2005, inséré par l'article 4 de la loi du 11 juillet 2013, mais également de l'article 123, 1°, de la loi-programme du 27 décembre 2005, modifié par l'article 5 de la loi du 11 juillet 2013.
Bij het aannemen van de bestreden wet van 11 juli 2013 heeft de wetgever uitdrukkelijk de bedoeling gehad om de voorheen bestaande onmogelijkheid te verhelpen om inkomsten afkomstig van ernstige en georganiseerde fiscale fraude te regulariseren, wat niet alleen blijkt uit artikel 122/1, § 2, van de programmawet van 27 december 2005, zoals ingevoegd bij artikel 4 van de wet van 11 juli 2013, maar eveneens uit het bij artikel 5 van die laatste wet gewijzigde artikel 123, 1°, van de programmawet van 27 december 2005.