2. Par dérogation à l'interdiction prévue à l'article 22, paragraphe 1, point c), et lorsque la capacité d'abattage dans la zone de surveillance se révèle insuffisante ou inexistante, les autorités compétentes peuvent autoriser la sortie des exploitations situées dans la zone de surveillance des animaux des espèces sensibles destinés à être transportés directement et sous contrôle officiel jusqu'à un abattoir situé en dehors de la zone de surveillance, en vue d'un abattage, dans les conditions suivantes:
2. In afwijking van het in artikel 22, lid 1, onder c), vastgestelde verbod, kan de bevoegde autoriteit, wanneer er binnen het toezichtsgebied geen of onvoldoende slachtcapaciteit is, toestaan dat ziektegevoelige dieren worden weggehaald van bedrijven in het toezichtsgebied om die rechtstreeks en onder officieel toezicht met het oog op slachting vervoeren naar een buiten het toezichtsgebied gelegen slachthuis, onder de volgende voorwaarden: