3) Combien de fois une personne définitivement condamnée au plan pénal a-t-elle réellement obtenu une révision de son affaire à la suite de l'apparition de nouvelles preuves (article 443, 3° du Code d'instruction criminelle) ou à la suite d'un faux témoignage (article 443, 2° du Code d'instruction criminelle)?
3) Hoeveel maal heeft een definitief strafrechtelijk veroordeelde daadwerkelijk een herziening van zijn strafzaak bekomen tengevolge van het opduiken van nieuw bewijsmateriaal (art. 443 Wetboek van strafvordering, 3°) of ten gevolge van valse getuigenis (artikel 403 WSv, 2°)?