1. Aux fins de la convention, les dispositions qui dans des matières particulières règlent la compétence judiciaire, la reconnaissance ou l'exécution des décisions et qui sont ou seront contenues dans des actes des institutions des Communautés européennes seront traitées de la même manière que les conventions visées à l'article 57, paragraphe 1.
1. Voor de toepassing van dit verdrag worden de bepalingen betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning of tenuitvoerlegging van beslissingen in bijzondere zaken, welke bepalingen in besluiten van de Instellingen van de Europese Gemeenschappen zijn of zullen worden vervat, op gelijke voet gesteld met de in artikel 57, eerste lid, van dit verdrag bedoelde verdragen.