Mme van Kessel fait remarquer qu'une évaluation générale ressemble davantage à une forme de bonne administration qu'à un signe de méfiance envers la qualité du travail législatif accompli.
Mevrouw van Kessel merkt op dat een algemene evaluatie veeleer een vorm van behoorlijk bestuur is dan een bewijs van wantrouwen nopens de kwaliteit van het geleverd wetgevend werk.