Art. 4. Au point de mesurage, visé à l'article 3, alinéa premier, le mesurage de l'intensité de champ totale de toutes les antennes émettrices fixes et temporaires ayant une fréquence entre 10 MHz et 10 GHz est effectué à l'aide d'un mesurage des larges bandes ou à l'aide d'un mesurage sélectif des fréquences.
Art. 4. Op het meetpunt, vermeld in artikel 3, eerste lid, wordt de meting van de totale elektrische veldsterkte van alle vast en tijdelijk opgestelde zendantennes met een frequentie tussen 10 MHz en 10 GHz uitgevoerd met behulp van een breedbandmeting of met behulp van een frequentie-selectieve meting.