Dans leur troisième moyen, les parties requérantes critiquent la compatibilité de l'article 7, § 2, alinéa 1, 1° et 4°, de la loi du 12 janvier 2007, tel qu'il a été inséré par l'article 162 de la loi attaquée, avec les articles 10, 11, 22, 24 et 191 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme ou avec l'article 13 du Pacte international relatif aux droits économiques, sociaux et culturels et avec l'article 2 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'étranger dont la demande d'asile a été définitivement rejetée doit démontrer qu'il ne peut donner suite à un ordre de quitter le territoire, sauf dérogation accordée par FEDASIL, pour
...[+++]pouvoir bénéficier d'une prolongation de l'aide matérielle en vue de terminer son année scolaire ou dans l'attente d'une éventuelle autorisation de séjour fondée sur le fait qu'il est parent d'un enfant belge.In hun derde middel bekritiseren de verzoekende partijen de bestaanbaarheid van artikel 7, § 2, eerste lid, 1° en 4°, van de wet van 12 januari 2007, zoals ingevoegd bij artikel 162 van de bestreden wet, met de artikelen 10, 11, 22, 24 en 191 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens of met artikel 13 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en met artikel 2 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de vreemdeling van wie de asielaanvraag definitief is verworpen, dient aan te tonen dat hij geen gevolg kan geven aan een bevel om het grondgebied te verlaten om, behoudens ee
...[+++]n door FEDASIL toegekende afwijking, een verlenging van de materiële hulp te kunnen genieten teneinde zijn schooljaar te beëindigen of in afwachting van een eventuele machtiging tot verblijf op grond van het feit dat hij ouder is van een Belgisch kind.