La position commune adoptée aujourd'hui maintient, dans la mesure du possible, le parallélisme entre les véhicules utilitaires légers et les voitures particulières (la position commune concernant ces dernières a été adoptée par le Conseil en octobre dernier), afin de faciliter une probable fusion des deux textes au stade ultime de la procédure, éventuellement pendant la phase de conciliation.
Het heden vastgestelde gemeenschappelijke standpunt handhaaft echter zoveel mogelijk een parallellisme tussen "lichte bedrijfsvoertuigen" en "personenwagens" (het gemeenschappelijk standpunt inzake personenwagens is door de Raad in oktober vastgesteld) om de waarschijnlijke versmelting van de twee teksten in een latere fase - mogelijk tijdens de bemiddeling - te vergemakkelijken.