6. observe que le règlement Frontex ne semble pas contenir d'obstacle juridique à l'instauration d'un mécanisme de traitement des plaintes individuelles et qu'un tel
mécanisme entrerait même dans le champ d'application de l'article 26 bis, paragraphe 3, du règlement Frontex, selon lequel l'officier aux droits fondamentaux contribue au mécanisme de surveillance des droits fondamentaux; observe qu'un tel mécanisme serait conforme au droit de l'UE et au principe de bonne administration et conforterait la mise en œuvre effective de la stratégie de l'Agence en matière de droits fondamentaux; estime qu'il y a lieu de renforcer la capacité de
Frontex à ...[+++]traiter d'éventuelles violations des droits fondamentaux dans le contexte de l'accentuation de son rôle au titre du droit européen, en particulier de sa participation aux équipes d'appui à la gestion des flux migratoires dans les zones d'attente et d'enregistrement et de sa coopération opérationnelle avec les autorités compétentes de pays partenaires par la voie d'accords de travail; 6. merkt op dat de Frontex-verordening geen juridische belemmeringen opwerpt voor de invoering van een mechanisme voor de behandelingen van individuele klachten, en dat een dergelijk mechanisme zelfs binnen de werkingssfeer van artikel 26 bis, lid 3, van de Frontex-verordening valt, dat bepaalt dat de grondrechtenfunctionaris bijdraagt tot het mechanisme voor toezicht op grondrechten; merkt op dat een dergelijk mechanisme in overeenstemming is met het EU-recht en het beginsel van behoorlijk bestuur, en tevens zal bijdragen aan de doeltreffende tenuitvoerlegging van de grondrechtenstrategie van het agentschap; is van oordeel dat het verm
ogen van Frontex om eventuele schending ...[+++]en van fundamentele rechten aan te pakken vergroot moet worden in het kader van de uitbreiding van de taken van het agentschap uit hoofde van het EU-recht, met name de deelname van het agentschap aan ondersteuningsteams voor migratiebeheer die actief zijn in "hotspot"-gebieden en de operationele samenwerking van het agentschap met de bevoegde autoriteiten van de partnerlanden op basis van werkafspraken;