Il ne s'ensuit pas que le législateur décrétal devrait, dans l'exercice de sa compétence fiscale, renoncer à toute disposition qui pourrait éventuellement influencer le comportement des contribuables dans un sens différent de celui que le législateur fédéral, dans l'exercice de sa compétence en matière de réglementation des jeux et paris, pourrait vouloir encourager.
Hieruit vloeit niet voort dat de decreetgever, bij de uitoefening van zijn fiscale bevoegdheid, zou moeten afzien van elke bepaling die eventueel een invloed zou kunnen hebben op het gedrag van de belastingplichtigen in een andere zin dan die welke de federale wetgever, bij de uitoefening van zijn bevoegdheid inzake de reglementering van de spelen en weddenschappen, mogelijk zou willen aanmoedigen.