Pour cette raison, la chambre du conseil ou la chambre des mises en accusation doit éventuellement appliquer l'article 462, CIR 92 et le procès pénal peut être tenu en suspens, lorsque l'existence de l'élément matériel de la fraude dépend de la solution du litige fiscal (en ce sens: Ch. Accus. Anvers, 29 mai 1990, F.J.F., no 90/160).
Om die reden moet de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling eventueel artikel 462 WIB 92 toepassen en kan het strafgeding worden geschorst wanneer het bestaan van het materieel element van de fraude afhangt van de oplossing van het fiscale geschil (in die zin: kamer van inbeschuldigingstelling Antwerpen, 29 mei 1990, F.J.F., nr. 90/160).