Ainsi qu'il est dit en B.26, la loi attaquée est fondée sur un juste équilibre entre, d'une part, le droit de chacun de mettre fin à sa vie pour éviter une fin de vie indigne et pénible, qui découle du droit au respect de la vie privée, et, d'autre part, le droit à des mesures visant à éviter des abus dans la pratique de l'euthanasie, qui découle du droit à la vie et à l'intégrité physique.
Zoals is geoordeeld in B.26, steunt de bestreden wet op een billijk evenwicht tussen, enerzijds, het uit het recht op eerbiediging van het privéleven voortvloeiend recht van eenieder om levensbeëindigende keuzes te maken ter voorkoming van een onwaardig en pijnlijk levenseinde en, anderzijds, het uit het recht op leven en op fysieke integriteit voorvloeiende recht op maatregelen ter voorkoming van misbruiken bij het toepassen van euthanasie.