le montant à partir duquel une libéralité doit faire l'objet d'une autorisation est haussé afin de mettre ce montant en conformité, d'une part, avec la situation dans laquelle se trouvent d'autres personnes morales de type équivalent (certaines universités, par exemple, voyez la loi du 28 mai 1970 modifiant la loi du 12 août 1911 accordant la personnification civile aux universités de Bruxelles et de Louvain, Pas., 1970, pp. 705 à 707) et, d'autre part, avec l'évolution monétaire.
Het bedrag vanaf welk voor giften een machtiging is vereist, wordt verhoogd teneinde de situatie in overeenstemming te brengen met die waarin zich andere gelijksoortige rechtspersonen bevinden (bepaalde universiteiten bijvoorbeeld, zie in dit verband de wet van 28 mei 1970 tot wijziging van de wet van 12 augustus 1911 houdende toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de hogescholen te Brussel en Leuven, Pas., 1970, blz. 705 tot 707), waarbij tevens erin wordt voorzien dat het kan worden aangepast aan de monetaire evolutie.