En effet, lorsque, conformément à l'article 4 de l'arrêté royal précité, l'organisme d'allocations familiales compétent décide de retirer l'allocation forfaitaire parce que l'allocataire n'est plus régulièrement en contact avec l'enfant ou ne démontre plus lui porter de l'intérêt, il ne peut en être déduit ipso facto que le non-allocataire n'est plus régulièrement en contact avec l'enfant ou ne démontre plus lui porter de l'intérêt.
Wanneer overeenkomstig artikel 4 van het voormelde koninklijk besluit de bevoegde kinderbijslaginstelling beslist over de intrekking van de forfaitaire bijslag, omdat de bijslagtrekkende geen regelmatig contact meer onderhoudt met het kind of geen blijk meer geeft van belangstelling voor het kind, kan daaruit immers niet ipso facto worden afgeleid dat de niet-bijslagtrekkende geen regelmatig contact meer onderhoudt met het kind of geen blijk meer geeft van belangstelling voor het kind.