46. affirme que les politiques visant à concilier vie familiale et vie professionnelle perme
ttent aux femmes de mieux surmonter le vieillissement, considérant que le travail améliore la qualité de vie; est d'avis que ces politiques permettent, du reste, d'éviter tout écart salarial et, par conséquent, le risque de pauvreté à un âge avancé, alors que, pour concilier vie familiale et vie professionnelle, les femmes doivent choisir de travailler à temps partiel, de manière occasionnelle ou
atypique, ce qui se répercute sur les cotisations ...[+++] de pension;
46. stelt dat beleid dat erop is gericht om te zorgen voor een evenwicht tussen gezins- en beroepsleven, vrouwen in staat stelt om beter om te gaan met ouder worden, aangezien werk zorgt voor een hogere levenskwaliteit; is van oordeel dat een dergelijk beleid vrouwen ook in staat stelt de salariskloof te vermijden, alsmede het hiermee verband houdende risico van armoede later in het leven, omdat het gevolgen heeft voor de hoogte van de betaalde pensioenbijdragen als vrouwen om gezins- en beroepsleven te combineren moeten kiezen voor deeltijds, gelegenheids- of atypisch werk;