La pratique bancaire des dates de valeur en matière de comptes à vue consiste dans le fait que les intérêts prennent cours non pas à partir du jour de la passation en compte mais à une date ultérieure, généralement le lendemain, pour les sommes portées au crédit du client et depuis une date antérieure, généralement la veille de l'opération, pour les sommes portées à son débit (1).
De bankpraktijk van de valutadatum voor zichtrekeningen bestaat erin dat de intresten niet lopen vanaf de dag waarop de rekening wordt gecrediteerd, maar op een latere datum, in de regel 's anderendaags, wanneer de bedragen op het credit van de cliënt komen, en op een vroegere datum, in de regel de dag vóór de verrichting, wanneer de rekening van de cliënt wordt gedebiteerd (1).