- la diversité et l’incohérence, d’un État membre à l’autre, des frais facturés (par les commerçants, pour l’utilisation d’un moyen de paiement donné) (puisque près de la moitié des États membres autorise la surfacturation, tandis que l’autre moitié l’interdit, ce qui est source de confusion pour les consommateurs qui font des achats à l’étranger ou en ligne et génère aussi une inégalité des conditions de concurrence);
- De praktijken inzake vergoedingen (die handelaren vragen voor het gebruik van een specifiek betaalinstrument) zijn uiteenlopend en niet-samenhangend in de verschillende EU-lidstaten (waarvan ongeveer de helft toeslagen toestaat en de andere helft deze verbiedt), wat tot verwarring leidt bij consumenten wanneer zij in het buitenland winkelen of op het internet aankopen doen, alsook tot niet-gelijke concurrentievoorwaarden.