En ce qui concerne la mise en œuvre des obligations prévues à l'article 5, paragraphe 3, les États membres, après consultation des partenaires sociaux, dans le respect des législations ou des pratiques nationales, ont la faculté de faire usage d'une période transitoire maximale de 5 ans à compter du 6 juillet 2005 en cas d'utilisation des équipements de travail qui ont été mis à la disposition des travailleurs avant le 6 juillet 2007 et qui ne permettent pas de respecter les valeurs limites d'exposition compte tenu des derniers progrès techniques et/ou de la mise en œuvre de mesures organisationnelles.
Voor de uitvoering van de in artikel 5, lid 3, bedoelde verplichtingen kunnen de lidstaten, na raadpleging van de sociale partners overeenkomstig de nationale wetgeving of praktijk, gebruikmaken van een overgangsperiode van ten hoogste vijf jaar vanaf 6 juli 2005, wanneer arbeidsmiddelen worden gebruikt die vóór 6 juli 2007 ter beschikking van de werknemers zijn gesteld en waarbij de grenswaarden voor blootstelling gezien de laatste technische ontwikkelingen en/of ondanks de uitvoering van organisatorische maatregelen niet in acht genomen kunnen worden.