B. overwegende dat het EP in zijn resolutie van 15 november 2001 over het voorstel voor een verordening van de Raad ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko (COM(2001) 384 - C5-0407/2001 - 2001/0163(CNS)) geconstateerd heeft dat het voorstel voor een verordening niet flexibel genoeg was en dat er mogelijk administratieve moeilijkheden zouden optreden bij uitvoering binnen de gestelde termijnen en overwegende dat dit voorstel door de Raad maar amper is gewijzigd,
B. in der Erwägung, dass das EP bereits in seiner legislativen Entschließung vom 15. November 2001 zu dem Vorschlag für eine Verordnung des Rates über die Förderung der Umstellung der Schiffe und der Fischer, die bis 1999 vom Fischereiabkommen mit Marokko abhängig waren (KOM(2001) 384 – C5-0407/2001 – 2001/0163(CNS)), auf die mangelnde Flexibilität des Vorschlags für eine Verordnung und mögliche verwaltungstechnische Schwierigkeiten, auf die seine Durchführung in den vorgesehenen Fristen stoßen könnte, sowie auf die Tatsache, dass der Rat den Vorschlag kaum abgeändert hat, hingewiesen hat,
