Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Ad acta gelegde zaak
Burgerrechtelijke zaak
Civielrechtelijke zaak
De zaak in gereedheid brengen
Een zaak beginnen
Een zaak oprichten
Een zaak opzetten
Geclasseerde zaak
Geseponeerde zaak
Lichamelijke zaak
Over de zaak zelf beslissen
Rechter naar wie de zaak verwezen is
Toezicht houden op het beheer van een etablissement
Toezicht houden op het beheer van een zaak
Uitspraak over de grond van het geschil doen
Verwijzingsrechter
Zaak

Traduction de «11 de zaak » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
ad acta gelegde zaak | geclasseerde zaak | geseponeerde zaak

eingestellte Rechtssache | eingestelltes Verfahren


een zaak beginnen | een zaak oprichten | een zaak opzetten

sich selbständig machen


burgerrechtelijke zaak | civielrechtelijke zaak

zivilrechtlicher Fall


verwijzingsrechter | rechter naar wie de zaak verwezen is

Richter, an den die Sache verwiesen wird


uitspraak over de grond van het geschil doen | over de zaak zelf beslissen

zur Sache entscheiden | in der Sache selbst entscheiden










toezicht houden op het beheer van een etablissement | toezicht houden op het beheer van een zaak

Leitung einer Betriebsstätte beaufsichtigen
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
[38] Arresten van het Gerecht van 6.9.2013 in de gevoegde zaken T-35/10 en T-7/11, Bank Melli Iran; zaak T-493/10 Persia International Bank plc; gevoegde zaken T-4/11 en T-5/11, Export Development Bank of Iran; zaak T-12/11, Iran Insurance Company; zaak T-13/11, Post Bank Iran; zaak T-24/11, Bank Refah Kargaran; zaak T-434/11, Europäisch-Iranische Handelsbank AG; gevoegde zaken T-42/12 en T-181/12, Naser Bateni; zaak T-57/12, Good Luck Shipping, en zaak T-110/12, Iranian Offshore Engineering Construction Co./Raad.

[38] Urteile des Gerichts vom 6. September 2013, Bank Melli Iran, T‑35/10 und T‑7/11; Persia International Bank plc, T‑493/10; Export Development Bank of Iran, T‑4/11 und T‑5/11; Iran Insurance Company, T‑12/11; Post Bank Iran, T‑13/11; Bank Refah Kargaran, T‑24/11; Europäisch-Iranische Handelsbank AG, T‑434/11; Naser Bateni, T‑42/12 und T‑181/12; Good Luck Shipping, T‑57/12; Iranian Offshore Engineering Construction Co./Council, T‑110/12.


[19] Zie in de context van de richtlijn vrij verkeer: zaak 327/82, Ekro, 18 januari 1984, punt 11; zaak C-316/85, Lebon, 18 juni 1987, punt 21; zaak C-98/07, Nordania Finans and BG Factoring, 6 maart 2008, punt 17; en zaak C-523/07, A, april 2009, punt 34; zaak C-83/11, Rahman and Others, 5 september 2012, punt 24.

[19] Siehe im Zusammenhang mit der Freizügigkeitsrichtlinie: Rechtssache C-327/82, Ekro, 18. Januar 1984, Randnr. 11; Rechtssache C-316/85, Lebon, 18. Juni 1987, Randnr. 21; Rechtssache C-98/07, Nordania Finans und BG Factoring, März 2008, Randnr. 17 und Rechtssache C-523/07, A, April 2009, Randnr. 34; Rechtssache C-83/11, Rahman und andere, 5. September 2012, Randnr. 24.


EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 62017CN0536 - EN - Zaak C-536/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 11 september 2017 door Josel, SL tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 28 juni 2017 in zaak T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland // Hogere voorziening ingesteld op 11 september 2017 door Josel, SL tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 28 juni 2017 in zaak T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland // (Zaak C-536/17 P)

EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 62017CN0536 - EN - Rechtssache C-536/17 P: Rechtsmittel, eingelegt am 11. September 2017 von der Josel, SL gegen das Urteil des Gerichts (Sechste Kammer) vom 28. Juni 2017 in der Rechtssache T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland // Rechtsmittel, eingelegt am 11. September 2017 von der Josel, SL gegen das Urteil des Gerichts (Sechste Kammer) vom 28. Juni 2017 in der Rechtssache T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland // (Rechtssache C-536/17 P)


Zaak C-536/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 11 september 2017 door Josel, SL tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 28 juni 2017 in zaak T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland

Rechtssache C-536/17 P: Rechtsmittel, eingelegt am 11. September 2017 von der Josel, SL gegen das Urteil des Gerichts (Sechste Kammer) vom 28. Juni 2017 in der Rechtssache T-333/15, Josel/EUIPO — Nationale-Nederlanden Nederland


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Schendt artikel 1051 van het Gerechtelijk Wetboek, geïnterpreteerd in het licht van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens waarin het recht op een eerlijk proces is vastgelegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de termijn van hoger beroep van één maand te doen lopen vanaf de kennisgeving, aan de sociaal verzekerde of aan de socialezekerheidsinstelling, van het vonnis waarbij zijn of haar beroep is afgewezen, terwijl, ingevolge een vergissing van de griffie van het rechtscollege van eerste aanleg, een niet-ondertekend afschrift van dat vonnis niet aan de advocaat van die sociaal verzekerde o ...[+++]

Verstößt Artikel 1051 des Gerichtsgesetzbuches, ausgelegt im Lichte von Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, in dem das Recht auf ein faires Verfahren verankert ist, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er die Berufungsfrist von einem Monat ab dem Datum der an den Sozialversicherten oder an den Sozialversicherungsträger ergangenen Notifizierung des Urteils, mit dem seine Beschwerde zurückgewiesen wurde, laufen lässt, während infolge eines Irrtums seitens der Kanzlei des in erster Instanz erkennenden Rechtsprechungsorgans die Übermittlung einer nicht unterschriebenen Abschrift dieses Urteils an den Rechtsanwal ...[+++]


3. Schendt artikel 577-2 van het Burgerlijk Wetboek, inzonderheid de §§ 3 en 5, zoals deze bepaling (in haar huidige en toenmalige context) van toepassing is sinds 1 september 2005, in zoverre het bepaalt of in die zin geïnterpreteerd wordt dat de deelgenoot die alleen het onverdeeld goed heeft gebruikt en het exclusief genot ervan heeft gehad, een vergoeding verschuldigd is aan de andere deelgenoot in verhouding tot hun aandeel in de opbrengstwaarde van dit goed, ook wanneer de eerstgenoemde deelgenoot geen schuld heeft aan de omstandigheid dat de andere deelgenoot zijn recht op genot en gebruik niet in natura heeft uitgeoefend, en zelfs wanneer de andere deelgenoot vrijwillig weigert zijn recht op genot en gebruik in natura uit te oefenen ...[+++]

3. Verstößt Artikel 577-2 des Zivilgesetzbuches, insbesondere die §§ 3 und 5 - so wie diese Bestimmung (in ihrem heutigen und damaligen Kontext) seit dem 1. September 2005 anwendbar ist -, insofern er bestimmt oder dahin ausgelegt wird, dass der Miteigentümer, der alleine das ungeteilte Gut gebraucht und den ausschließlichen Nutzen davon gehabt hat, dem anderen Miteigentümer eine Entschädigung im Verhältnis zu seinem Anteil am Ertragswert dieses Gutes schuldet, auch wenn der erstgenannte Miteigentümer keine Schuld daran hat, dass der andere Miteigentümer sein Recht auf Gebrauch und Nutzen nicht in natura ausgeübt hat, und selbst wenn der andere Miteigentümer sich aus freiem Willen weigert, sein Recht auf Gebrauch und Nutzen in natura auszu ...[+++]


De verwijzende rechters wensen van het Hof te vernemen of artikel 57 van het WIB 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (zaak nr. 6212), dan wel dezelfde artikelen in samenhang gelezen met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet (zaak nr. 6257), schendt doordat zij de aftrekbaarheid als beroepskosten niet toestaat wanneer de in die bepaling bedoelde uitgaven, gedaan door een belastingplichtige in de personenbelasting, niet op de voorgeschreven wijze worden verantwoord (door individuele fiches en een samenvattende opgave die tijdig en in de juiste vorm zijn voorgelegd), zelfs niet indien de uitgaven door de verkrijger ervan zijn opgen ...[+++]

Die vorlegenden Richter möchten vom Gerichtshof erfahren, ob Artikel 57 des EStGB 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung (Rechtssache Nr. 6212) beziehungsweise dieselben Artikel in Verbindung mit den Artikeln 170 und 172 der Verfassung (Rechtssache Nr. 6257) verstoße, indem die Abzugsfähigkeit als Werbungskosten nicht erlaubt werde, wenn die in dieser Bestimmung erwähnten Ausgaben, die durch einen der Steuer der natürlichen Personen unterliegenden Steuerpflichtigen getätigt würden, nicht auf die vorgeschriebene Weise nachgewiesen würden (durch Individualkarten und eine zusammenfassende Aufstellung, die rechtzeitig und formgerech ...[+++]


Het veertiende middel in de zaak nr. 6136 en het tweede middel in de zaak nr. 6138 zijn afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5.4 (in de zaak nr. 6136), dan wel met artikel 6 (in de zaak nr. 6138), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat artikel 79, § 1, van de Interneringswet 2014, het recht op een eerlijk proces zou schenden, door in een te beperkte periode te voorzien voor de raadslieden van de geïnterneerden voor het instellen van een cassatieberoep en het voorbereiden van hun memorie.

Der vierzehnte Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6136 und der zweite Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6138 sind abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 5 Absatz 4 (in der Rechtssache Nr. 6136) beziehungsweise mit Artikel 6 (in der Rechtssache Nr. 6138) der Europäischen Menschenrechtskonvention, da Artikel 79 § 1 des Internierungsgesetzes 2014 gegen das Recht auf ein faires Verfahren verstoße, indem für die Beistände der Internierten ein zu begrenzter Zeitraum vorgesehen sei, um eine Kassationsbeschwerde einzureichen und ihren Schriftsatz vorzubereiten.


Moerman, E. Derycke, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 2 december 2014 in zake A.L. tegen M. E.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 629bis van het Gerechtelijk Wetboek niet met name de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met name artikel 8 erva ...[+++]

Moerman, E. Derycke, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 2. Dezember 2014 in Sachen A.L. gegen M. E.M., dessen Ausfertigung am 16. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Lüttich, Abteilung Lüttich, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 629bis des Gerichtsgesetzbuches nicht insbesondere gegen die Artikel 10, 11 und 22bis der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonven ...[+++]


Zaak C-56/96 (VT4), r.o. 22; zaak C-212/97 (Centros Ltd tegen Erhvervs-og Selskabsstyrelsen); zie ook: zaak C-11/95 (Commissie tegen het Koninkrijk België) en zaak C-14/96 (Paul Denuit).

Rechtssache C-56/96, VT4, Randnr. 22, und Rechtssache C-212/97, Centros/Erhvervs- og Selskabsstyrelsen; siehe auch: Rechtssache C-11/95, Kommission/Königreich Belgien, und Rechtssache C-14/96, Paul Denuit.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'11 de zaak' ->

Date index: 2023-08-24
w