Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "11 juni 1964 lijkt " (Nederlands → Duits) :

« Schendt artikel 16.4.25 DABM [decreet van het Vlaamse Gewest van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid], samen gelezen met artikel 16.4.29 DABM en artikel 44 DBRC-decreet [Vlaams decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges], de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover, voor de overtreder op wie de georganiseerde procedure van bestuurlijke beboeting van toepassing is, niet in de mogelijkheid voorzien wordt om geheel of gedeeltelijk uitstel van de uitvoering van de alternatieve bestuurlijke beboeting toe te kennen, in de zin van de wet van 29 juni 1964 ...[+++]effende de opschorting, het uitstel en de probatie, terwijl een dergelijke mogelijkheid wel bestaat ten gunste van een overtreder die, voor hetzelfde misdrijf, het voorwerp uitmaakt van een strafrechtelijke procedure, in zoverre hierdoor een verschil in behandeling zou ontstaan dat niet redelijk kan verantwoord worden ?

« Verstößt Artikel 16.4.25 des Dekrets der Flämischen Region vom 5. April 1995 zur Festlegung allgemeiner Bestimmungen über Umweltpolitik in Verbindung mit Artikel 16.4.29 desselben Dekrets und mit Artikel 44 des flämischen Dekrets vom 4. April 2014 über die Organisation und das Verfahren gewisser flämischer Verwaltungsgerichtsbarkeiten gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern für den Zuwiderhandelnden, für den das organisierte Verfahren der Auferlegung von administrativen Geldbußen Anwendung findet, nicht die Möglichkeit vorgesehen wird, ganz oder teilweise den Aufschub der Ausführung der alternativen administrativen Geldbuße im Sinne des Gesetzes vom 29. Juni 1964 ...[+++] die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung zu gewähren, während eine ähnliche Möglichkeit wohl zugunsten eines Zuwiderhandelnden besteht, der wegen der gleichen Straftat Gegenstand eines Strafverfahrens ist, insofern somit ein nicht vernünftig zu rechtfertigender Behandlungsunterschied entstehen würde?


« Schendt artikel 9 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, zoals vervangen bij artikel 14 van de wet van 3 mei 2003, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het alleen de beklaagde die vervolgd wordt wegens een overtreding van de Drugswet toelaat het voordeel te genieten van de toepassing van de bepalingen van de wet van 29 juni ...[+++]

der wegen eines Verstoßes gegen das Betäubungsmittelgesetz verfolgt wird, ermöglicht, den Vorteil der Anwendung der Bestimmungen des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung zu genießen, auch wenn er nicht die in den Artikeln 3 und 8 dieses Gesetzes festgelegten Bedingungen in Bezug auf frühere Verurteilungen erfüllt, während dieser Vorteil einem Angeklagten, der andere Straftaten im Hinblick auf den eigenen Drogengebrauch begangen hat, verweigert wird?


Schenden de artikelen 3 en 8 van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij voorwaarden bepalen voor de toekenning van het uitstel en de opschorting zonder een onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen druggebruik ?

Verstoßen die Artikel 3 und 8 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie Bedingungen für die Gewährung des Aufschubs und der Aussetzung vorsehen, ohne zwischen den Angeklagten je nachdem, ob sie Straftaten im Hinblick auf den eigenen Gebrauch begangen haben oder nicht, zu unterscheiden?


In het geval dat bevestigend zou worden geantwoord op de eerste of op de tweede vraag, schendt artikel 14, § 1, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het voorziet in het van rechtswege herroepen van het uitstel ingeval gedurende de proeftijd een nieuw misdrijf gepleegd is dat veroordeling tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden zonder uitstel ten gevolge heeft gehad, zonder een onderscheid te maken tussen de beklaagden naargelang zij al dan niet misdrijven hebben gepleegd met het oog op hun eigen druggebruik ?

In der Annahme, dass die erste oder die zweite Frage bejahend beantwortet wird: Verstößt Artikel 14 § 1 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er vorsieht, dass der Aufschub von Rechts wegen widerrufen wird, wenn während der Probezeit eine neue Straftat begangen worden ist, die eine Verurteilung zu einer Hauptgefängnisstrafe von mehr als sechs Monaten ohne Aufschub zur Folge gehabt hat, ohne zwischen den Angeklagten je nachdem, ob sie Straftaten im Hinblick auf den eigenen Gebrauch begangen haben oder nicht, zu unterscheide ...[+++]


2. « Schendt het in de eerste prejudiciële vraag bedoelde artikel 30bis, [ § 5,] eerste en tweede lid, van de wet van 27 juni 1969 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de persoon die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de arbeidsrechtbank wordt gedagvaard, wegens de afwezigheid van de bij artikel 30bis, § 4, eerste en tweede lid, van dezelfde wet vereiste storting, teneinde te worden veroordeeld tot de betaling, aan die instelling, van de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde bijslag, niet toestaat de opschorting of het uitstel van de tenuitvoerlegging van de veroordeling tot de betaling van die bijslag ...[+++]

2. « Verstößt der in der ersten Vorabentscheidungsfrage erwähnte Artikel 30bis [ § 5] Absätze 1 und 2 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er es der Person, die vom Landesamt für soziale Sicherheit vor das Arbeitsgericht geladen wird, um dazu verurteilt zu werden, dieser Einrichtung den in der beanstandeten Bestimmung genannten Zuschlag zu zahlen - wegen Nichtleistung der in Artikel 30bis § 4 Absätze 1 und 2 desselben Gesetzes vorgeschriebenen Zahlung -, nicht ermöglicht, die Aussetzung oder den Aufschub der Vollstreckung der Verurteilung zur Zahlung des genannten Zuschlags zu beantragen, währ ...[+++]


17 MAART 2016. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 22 mei 2013 tot aanwijzing van de leden van de raad van beroep voor het gemeenschapsonderwijs De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut van de personeelsleden van het Rijksonderwijs, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 11 mei 2009; Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtin ...[+++]

17. MÄRZ 2016 - Erlaß der Regierung zur Abänderung des Erlasses der Regierung vom 22. Mai 2013 zur Bestellung der Mitglieder der Einspruchskammer für das Gemeinschaftsunterrichtswesen Die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Aufgrund des Gesetzes vom 22. Juni 1964 über das Statut der Personalmitglieder des staatlichen Unterrichtswesens, zuletzt abgeändert durch das Dekret vom 11. Mai 2009; Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 22. März 1969 zur Festlegung des Statuts der Mitglieder des Direktions- und Lehrpersonals, des Erziehungshilfspersonals, des paramedizinischen und sozialpsychologischen Personals ...[+++]


Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.

Aus diesen Gründen: Der Gerichtshof erkennt für Recht: Artikel 4 § 2 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über die Aussetzung, den Aufschub und die Bewährung verstößt nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 18 maart 2015 in zake A.M. tegen V. V. V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 maart 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni ...[+++]

Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 18. März 2015 in Sachen A.M. gegen V. V. V., dessen Ausfertigung am 26. März 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 4 § 2 des Gesetzes vom 29. Juni 1964 über ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 12 mei 2015 in zake S. V. D. en E.P. tegen A.L., G.G. en D.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juni 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 235bis, § 6, Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 Grondwet, in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces u ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 12. Mai 2015 in Sachen S. V. D. und E.P. gegen A. L., G.G. und D.V., dessen Ausfertigung am 5. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 235bis § 6 des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit de ...[+++]


De parlementaire voorbereiding van de wet van 11 juni 1964 lijkt evenwel niet te hebben uitgesloten dat de rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid met toepassing van artikel 46 van de arbeidsongevallenwet zou worden toegekend aan het slachtoffer van het door de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden onopzettelijk veroorzaakt verkeersongeval dat zich voordoet op het ogenblik dat het slachtoffer onder het gezag van de werkgever stond.

Die Vorarbeiten zum Gesetz vom 11. Juni 1964 scheinen jedoch nicht ausgeschlossen zu haben, dass die Klage hinsichtlich der zivilrechtlichen Haftung unter Anwendung von Artikel 46 des Arbeitsunfallgesetzes dem Opfer eines vom Arbeitgeber, von seinen Beauftragten oder Angestellten unabsichtlich verursachten Unfalls, der sich zu dem Zeitpunkt ereignete, in dem das Opfer unter der Weisungsbefugnis des Arbeitgebers stand, zuerkannt wird.




Anderen hebben gezocht naar : 29 juni     juni     februari     27 juni     22 juni     wijst     verantwoorden onderscheid lijkt     wet van 11 juni 1964 lijkt     11 juni 1964 lijkt     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'11 juni 1964 lijkt' ->

Date index: 2022-12-31
w