(13) Voor de wederzijdse erkenning door de lidstaten van bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden, ongeacht of zij al dan niet onderdaan van een lidstaat zijn, dienen niet langer de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG te gelden, maar de onderhavige richtlijn.
(13) Für die gemeinschaftsinterne gegenseitige Anerkennung von Befähigungszeugnissen, deren Inhaber Staatsangehörige eines Mitgliedstaats oder eines Drittlands sind, sollten nicht mehr die Bestimmungen der Richtlinie 89/48/EWG und der Richtlinie 92/51/EWG gelten, sondern die vorliegende Richtlinie.