Op grond van artikel 110 decies, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad (2), waarbij gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en bepaalde steunregelingen voor landbouwers zijn vastgesteld, kunnen de lidstaten tot 10 % van het olijfolieaandeel in het in artikel 41 van die verordening bedoelde nationale maximum inhouden met het oog op een communautaire financiering van de door organisaties van erkende marktdeelnemers opgestelde activiteitenprogramma’s op een of meer van de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 865/2004 genoemde actieterreinen.
Gemäß Artikel 110i Absatz 4 Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 des Rates mit gemeinsamen Regeln für Direktzahlungen im Rahmen der Gemeinsamen Agrarpolitik und mit bestimmten Stützungsregelungen für Inhaber landwirtschaftlicher Betriebe (2) können die Mitgliedstaaten bis zu 10 % der Olivenölkomponente der nationalen Obergrenze nach Artikel 41 der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 einbehalten, um die Finanzierung der Arbeitsprogramme der Marktteilnehmerorganisationen in einem oder mehreren Maßnahmenbereichen durch die Gemeinschaft gemäß Artikel 8 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 865/2004 sicherzustellen.