Het Hof stelt allereerst vast dat België bij het verstrijken van de in het met redenen omkleed advies van 26 juni 2009 gestelde termijn niet alle maatregelen had genomen welke nodig waren om volledig te voldoen aan het arrest van 8 juli 2004 en daardoor de krachtens het Verdrag betreffende de werking van de EU op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.
Der Gerichtshof stellt zunächst fest, dass das Königreich Belgien am Ende der in der mit Gründen versehenen Stellungnahme vom 26. Juni 2009 gesetzten Frist nicht alle Maßnahmen ergriffen hatte, die erforderlich waren, um dem Urteil vom 8. Juli 2004 vollständig nachzukommen, und daher gegen seine Verpflichtungen aus dem Vertrag über die Arbeitsweise der EU verstoßen hat.