21. benadrukt het belang van een volledige tenuitvoerlegging door lidstaten en kandidaat-lidstaten van de geldende internationale verplichtingen, met name in het kader van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind, het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat specifieke bepalingen bevat betreffende kinderen met een handicap, en de ILO-verdragen inzake kinderarbeid;
21. betont die Bedeutung der uneingeschränkten Erfüllung bestehender internationaler Verpflichtungen durch die Mitgliedstaaten und die Bewerberländer, insbesondere im Rahmen des VN-Übereinkommens über die Rechte des Kindes, des VN-Übereinkommens über die Rechte von Menschen mit Behinderungen, das besondere Bestimmungen für behinderte Kinder enthält, und der IAO-Übereinkommen über Kinderarbeit;