21. bevestigt dat het de bevordering van een "preventiecultuur" beschouwt als de kern van maatregelen van de EU op het gebied van de buitenlandse betrekkingen en verlangt van de Commissie dat zij dit consequent bij haar planning van zowel het GBVB als het buitenlands beleid algemeen toepast en verder ontwikkelt; wijst in dit verband op diverse resoluties van het Parlement en op het door de Europese Raad van Göteborg op 15 en 16 juni 2001 vastgestelde programma ter voorkoming van gewelddadige conflicten;
21. bestätigt, dass es die Förderung einer „Kultur der Prävention“ als Kernstück der Maßnahmen der Europäischen Union im Bereich der Außenbeziehungen betrachtet, und fordert die Kommission auf, diese konsequent in ihren Planungen sowohl im Bereich der ESVP als auch zur auswärtigen Politik allgemein umzusetzen und weiter zu entwickeln; verweist in diesem Zusammenhang auf verschiedene Entschließungen des Parlaments und auf das vom Europäischen Rat von Göteborg vom 15. und 16. Juni 2001 beschlossene Programm zur Verhütung gewaltsamer Konflikte;