34. komt in het licht van het bovenstaande en zonder vooruit te lopen op de beoordeling van deze kwestie door het HvJ-EU, maar indachtig de rol die het Parlement vervult bij de bescherming en bevordering van de grondrechten, tot de conclusie dat de voorgestelde ACTA, met betrekking waartot het Parlement om toestemming is verzocht, onverenigbaar is met de in het Handvest verankerde rechten, en verzoekt de ten principale bevoegde Commissie internationale handel om het Parlement aan te bevelen niet in te stemmen met de sluiting van de ACTA;
34. kommt angesichts der genannten Aspekte und unbeschadet des Urteils des EuGH in dieser Angelegenheit, aber unter Berücksichtigung der Rolle des Parlaments hinsichtlich des Schutzes und der Förderung der Achtung der Grundrechte zu dem Ergebnis, dass die vorgelegte Fassung von ACTA, der das Parlament zustimmen soll, mit den in der Charta verankerten Rechten unvereinbar ist, und fordert den federführenden Ausschuss für internationalen Handel auf, eine Empfehlung auszusprechen, wonach das Parlament seine Zustimmung zum Abschluss von ACTA verweigern soll.