Overwegende dat aan de producenten op grond van artikel 3 ter van Verordening (EEG) nr. 857/84 van de Raad van 31 maart 1984 houdende algemene voorschriften voor de toepassing van de in artikel 5 quater van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde heffing in de sector melk en zuivelprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3880/89 (4), aanvullende of specifieke referentiehoeveelheden kunnen worden toegewezen; dat artikel 14, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1546/88 van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 652/90 (6), dienovereenkomstig moet worden vervolledigd;
Nach Artikel 3b der Verordnung (EWG) Nr. 857/84 des Rates vom 31. März 1984 über Grundregeln für die Anwendung der Abgabe gemäß Artikel 5c der Verordnung (EWG) Nr. 804/68 im Sektor Milch und Milcherzeugnisse (3), zuletzt geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 3880/89 (4), können die Erzeuger zusätzliche oder spezifische Referenzmengen erhalten. Artikel 14 Absatz 1 der Verordnung (EWG) Nr. 1546/88 der Kommission (5), zuletzt geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 652/90 (6), ist deshalb entsprechend zu vervollständigen.