Uit deze twee arresten van het Hof (Wagner tegen Fohrmann en Krier van 12 mei 1964, 101/63, arrest 1964, blz. 397, en Wybot tegen Faure van 10 juli 1986, 149/85, arrest 1986, blz. 2403), kan worden opgemaakt dat het Parlement een jaarlijkse zitting houdt, gedurende welke zijn leden, ook in de perioden waarin de sessie onderbroken wordt, de immuniteit genieten waarin het genoemde Protocol voorziet.
Aus den beiden Urteilen des Gerichts (Wagner/Fohrmann und Krier vom 12. Mai 1964, 101/63, Slg. 1964, S. 397 und Wybot/Faure vom 10. Juli 1986, 149/85, Slg. 1986, S. 2403) kann abgeleitet werden, dass das Parlament eine jährliche Sitzungsperiode abhält, während der seine Mitglieder, sogar während der Zeiträume, in denen keine Sitzungen stattfinden, die in dem oben genannten Protokoll festgelegte Immunität genießen.