Bijgevolg is het feit dat bij de benoeming van magistraten en personeelsleden bij het parket en het arbeidsauditoraat van Halle-Vilvoorde voorrang wordt gegeven op grond van de dienstanciënniteit, niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2, lid 2, en 6, lid 1, van de richtlijn 2000/78/EG en met het beginsel van niet-discriminatie op grond van leeftijd, dat als een algemeen beginsel van het Unierecht moet worden beschouwd.
Folglich ist der Umstand, dass bei der Ernennung von Magistraten und Personalmitgliedern bei der Staatsanwaltschaft und dem Arbeitsauditorat von Halle-Vilvoorde ein Vorrangs entsprechend dem allgemeinen Dienstalter gewährt wird, nicht unvereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 2 Absatz 2 und 6 Absatz 1 der Richtlinie 2000/78/EG und mit dem Grundsatz der Nichtdiskriminierung aufgrund des Alters, der als ein allgemeiner Grundsatz des Unionsrechts anzusehen ist.