Bijna alle lidstaten voldoen - of zullen voldoen wanneer hun wetgeving op dit punt van kracht wordt - aan de verplichting van artikel 6, lid 2, dat op de bedrieglijke vervaardiging of verandering van munt als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub a), een gevangenisstraf met een maximum van niet minder dan acht jaar wordt gesteld.
Nahezu alle Mitgliedstaaten werden, sobald ihre diesbezüglichen Rechtsvorschriften in Kraft getreten sind, Artikel 6 Absatz 2 umgesetzt haben, wonach die betrügerisch Fälschung oder Verfälschung von Geld im Sinne von Artikel 3 Absatz 1 a) mit Freiheitsstrafe bedroht wird, die im Hoechstmaß mindestens acht Jahre betragen muss.