1. Zolang een ingrediënt van agrarische oorsprong niet is opgenomen in deel C van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 2092/91, mag dit ingrediënt op grond van de afwijkingsbepalingen van artikel 5, lid 3, onder b), en artikel 5, lid 5 bis, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91 worden gebruikt, voorzover:
(1) Solange eine Zutat landwirtschaftlichen Ursprungs nicht in Anhang VI Teil C der Verordnung (EWG) Nr. 2092/91 enthalten ist, kann sie gemäß der in Artikel 5 Absatz 3 Buchstabe b) und Artikel 5 Absatz 5a Buchstabe b) derselben Verordnung vorgesehenen Abweichung verwendet werden, wenn folgende Bedingungen erfuellt sind: