38. merkt op dat van de in totaal 72 miljard euro aan EIB-leningen in 2010, 8 511 miljard euro aan ontwikkelingslanden werd geleend (waarvan 1,2 miljard aan Azië en Latijns-Amerika (ALA), 1 miljard euro aan de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS; 973 miljoen) en Zuid-Afrika (50 miljoen), 2,55 miljard aan de mediterrane landen en 328 miljoen euro aan landen in Centraal-Azië), waaronder 657 miljoen euro voor projecten op het gebied van watervoorziening en hygiëne, gezondheid en onderwijs;
38. Stellt fest, dass das Darlehensvolumen der EIB im Jahr 2010 insgesamt 72 Mrd. EUR betrug, wovon 8,511 Mrd. EUR an Entwicklungsländer vergeben wurden (davon 1,2 Mrd. EUR nach Asien und Lateinamerika), 973 Mrd. EUR an Länder in Afrika, im karibischen Raum und im Pazifischen Ozean, 50 Mio. EUR an Südafrika, 2,55 Mrd. EUR an die Mittelmeerländer, 328 Mio. EUR an zentralasiatische Länder und 657 Mio. EUR an Projekte in den Bereichen Wasserver- und -entsorgung, Gesundheitswesen und Bildung;