Voor het overige is de omstandigheid dat de hoofdelijk aansprakelijke rechtspersoon zich niet in de plaats kan stellen van zijn mandataris opdat die laatste een vrijstelling verkrijgt op grond van zijn staat van behoefte, verbonden met het feit dat de vrijstelling van die laatste niet geldt voor de hoofdelijk aansprakelijke persoon, zoals bepaald in het in het geding zijnde artikel 15, § 1, vijfde lid.
Im Übrigen hängt der Umstand, dass eine gesamtschuldnerisch haftende juristische Person nicht an die Stelle ihres Beauftragten treten kann, damit dieser eine Befreiung auf der Grundlage seiner Bedürftigkeit erhält, damit zusammen, dass dessen Befreiung nicht der gesamtschuldnerisch haftenden Person zugute kommt, wie es im fraglichen Artikel 15 § 1 Absatz 5 vorgesehen ist.