Art. 8. Bij wijze van overgangsmaatregel, kan de bevoegde ambtenaar de in artikel 7 bedoelde bijvoeding van wilde zwijnen in de volledig afgesloten jachtgebieden tot uiterlijk 30 juni 2000 toelaten, op voorwaarde dat de aanvrager een plan voor de geleidelijke vermindering van hun aantal voorlegt, om uiterlijk 30 juni 2000 tot een maximum van tien stuks per 100 ha te komen.
Art. 19. Übergangsweise und spätestens bis zum 30. Juni 2000 kann die in Artikel 7 erwähnte Fütterung des Schwarzwildes in den ganz eingezäunten Jagdgebieten vom zuständigen Beamten genehmigt werden, unter der Bedingung, dass der Antragsteller einen Plan zur allmählichen Reduzierung vorlegt, so dass die Schwarzwildpopulation spätestens am 30. Juni 2000 höchstens 10 Stücke pro 100 Ha beträgt.