De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij de rechter verplichten steeds - ook in de gevallen waarin een ademanalyse om medische redenen niet mogelijk is - de kosten van het nemen van een bloedstaal en van de bloedanalyse ten laste van de onderzochte persoon te leggen, indien de overtreding bepaald in artikel 34, § 2, 1°, van de Wegverkeerswet bewezen is, terwijl aan de vaststelling van het alcoholgehalte aan de hand van een ademanalyse geen kosten voor de betrokkene zijn verbonden.
Der vorlegende Richter befragt den Hof zur Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie den Richter verpflichteten, immer - auch in den Fällen, in denen eine Atemanalyse aus medizinischen Gründen nicht möglich sei - die Kosten einer Blutprobe und der Blutanalyse von der untersuchten Person tragen zu lassen, wenn der in Artikel 34 § 2 Nr. 1 des Strassenverkehrsgesetzes erwähnte Verstoss feststehe, während mit der Feststellung des Alkoholgehalts mittels einer Atemanalyse keine Kosten für den Betroffenen verbunden seien.