De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van een geheel van maatregelen die beantwoorden aan de zorg « dat men de rechtsonderhorigen die het herstel vragen van een schade voor een burgerlijke of een strafrechtelijke jurisdictie op gelijke voet zou behandelen » (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 3-1686/4, pp. 6 en 8; ibid., nr. 3-1686/5, p. 32; Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2891/002, p. 5).
Die fragliche Bestimmung ist Teil eines Bündels von Maßnahmen, die dem Bemühen entsprechen, dass « Rechtsunterworfene, die die Wiedergutmachung von Schäden vor einem Zivil- bzw. einem Strafgericht fordern, gleich behandelt werden » (Parl. Dok., Senat, 2006-2007, Nr. 3-1686/4, SS. 6 und 8; ebenda, Nr. 3-1686/5, S. 32; Parl. Dok., Kammer, 2006-2007, DOC 51-2891/002, S. 5).