3. Iedere lidstaat die deze overeenkomst heeft ondertekend stelt op het tijdstip waarop hij zijn akte van bekrachtiging van de overeenkomst neerlegt, de Europese Commissie in kennis van deze bekrachtiging, overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1257/2012.
(3) Jeder Mitgliedstaat, der dieses Übereinkommen unterzeichnet hat, notifiziert der Europäischen Kommission seine Ratifikation des Übereinkommens zum Zeitpunkt der Hinterlegung seiner Ratifikationsurkunde gemäß Artikel 18 Absatz 3 der Verordnung (EU) Nr. 1257/2012.