In de twee hoofdstukken over vrijheden (hoofdstuk II) en solidariteit (hoofdstuk IV) worden de rechten van kinderen en jongeren expliciet erkend (zie artikel 14 over het recht op onderwijs, artikel 24 over de rechten van het kind en artikel 32 over het verbod van kinderarbeid en bescherming van jongeren op het werk).
Die Kapitel über Freiheiten (Kapitel II) und Solidarität (Kapitel IV) erkennen ausdrücklich die Rechte von Kindern und Jugendlichen an (vgl. Artikel 14, ,Recht auf Bildung", Artikel 24, ,Rechte des Kindes", sowie Artikel 32, ,Verbot der Kinderarbeit und Schutz der Jugendlichen am Arbeitsplatz").