Die beheerseenheid herbergt bossen van de meta-climax van het neutrofiele beukenbos (9130), plaatselijk in overgang met het acidofiele beukenbos met veldbies (9110 - 6 % van de BE) alsmede habitats voor de voortplanting of het voeden van een regelmatige bevolking van zwarte wouwen (A236), middelste bonte spechten en van ingekorven vleermuizen (1321), vale vleermuizen (1324), grote hoefijzerneuzen (1304).
Diese Bewirtschaftungseinheit beherbergt Wälder des Metaklimax der neutrophilen Buchenwälder (9130) örtlich übergangsweise mit dem bodensauren Hainsimsen-Buchenwald (9110 - 6% der BE) sowie Habitate zur Fortpflanzung und Nahrungssuche für regelmässig vorkommende Populationen folgender Arten: Schwarzspecht ( A236), Mittelspecht (A238), Waldfledermäuse (Wimperfledermaus 1321, grosses Mausohr 1324, grosse Hufeisennase 1304).